Europees eiken is een van de populairste houtsoorten. Het is sterk en hard, maar gemakkelijk te bewerken en af te werken. Onder water moet het bewerkt en beschermd worden, maar wordt ook gebruikt voor bijvoorbeeld heiwerk of jachtbouw .Vaak wordt Europees eiken vaak verwerkt tot fineer voor het fabriceren van meubels. De uitstraling van bijvoorbeeld Frans eiken maakt deze houtsoort geschikt voor een breed scala aan toepassingen in en om huizen. Denk aan de constructie van meubels (eiken meubelhout), deuren, kozijnen en trappen.

Eikenhout bevat tannine, dezelfde stof die rode wijn en zwarte thee “droog” maakt. Deze stof reageert met ammoniakdampen die tijdens het droogproces in de droogkamer worden verspreid. Hierdoor kleurt het hout “door en door” in een diepbruine tint. De tannineconcentratie bepaalt de verkleuring. Deze concentratie wordt beïnvloed door de bodemsamenstelling en het leefklimaat van de boom en kan daarom sterk verschillen per stam en zelfs in verschillende delen van dezelfde stam. Hoewel er tijdens het productieproces op kleur wordt geselecteerd, kan niet worden gegarandeerd dat alles dezelfde kleur heeft. Kleurverschillen kunnen dus altijd voorkomen in gerookt eiken.

Het is donkerbruin, er zijn minder kleurverschillen dan bij Europees notenhout. Amerikaans notenhout kan gemakkelijk worden verwerkt en wordt daarom veel gebruikt in de meubelindustrie. Hier wordt het meestal verwerkt tot exclusieve meubels, maar ook tot tafelbladen of werkbladen. Kleine noesten zijn toegestaan, massief noten is een prachtige donkerbruine houtsoort met een luxe uitstraling.

Hij komt uit het oosten van de Verenigde Staten. Soms heeft het zelfs een paarsachtige gloed. Amerikaans walnoot is stevig en splintert niet. Daarom is het gemakkelijk te verwerken.